Statement over klinisch redeneren / case-based onderwijs
Het NPi heeft als doelstelling om in haar onderwijs de alledaagse context van de fysiotherapie/oefentherapie/ergotherapie zoveel als mogelijk te benaderen. Zodoende wordt de ontmoeting tussen therapeut en cliënt in de beroepspecifieke setting veelal als vertrekpunt genomen. Binnen veel NPi-cursussen wordt gebruikgemaakt van casuïstiek als onderwijsmiddel, ter herkenning van de beroepspecifieke setting enerzijds en ter verbetering van klinische redeneervaardigheden anderzijds. Dit wordt ‘case-based onderwijs’ genoemd.
Met het beschrijven van biomedische gegevens en een unieke context krijgt een klachtenverhaal een gebalanceerde en unieke persoonlijke betekenis. Door niet alleen een ‘verteller-perspectief’ te hanteren, maar juist/ook het verhaal van de cliënt of de dialoog tussen cliënt en therapeut als uitgangspunt te nemen, wordt de klinische werkelijkheid met al zijn onzekerheden dichter benaderd.
Bij de inrichting van het case-based onderwijs hanteert het NPi de volgende uitgangspunten:
- Het leerdoel van de scholing is richtinggevend voor de casusbeschrijving. Het oefenen van het diagnostisch redeneren vereist een set van anamnestische gegevens, al dan niet in combinatie met bevindingen uit het lichamelijk onderzoek, terwijl het therapeutisch redeneren vertrekt vanuit de fysiotherapeutische diagnostische analyse (het patiëntprofiel in termen van diagnostische conclusies).
- Case-based onderwijs dient te voldoen aan de pijlers van Evidence Based Practice (EBP), waarbij klinische expertise zich uit in het oordeelkundig en gewetensvol integreren van het best beschikbare bewijs met de klinische omstandigheden en de waarden en voorkeuren van de individuele cliënt bij het nemen van behandelbeslissingen. Via het expliciteren van redeneerwijze en redeneringen binnen een casus kan het alledaagse fysiotherapeutische handelen op kwaliteit worden beoordeeld.
- Bij de keuze voor een casus wordt rekening gehouden met de epidemiologie (prevalentie en incidentie) van gezondheidsklachten en aandoeningen.
- Er is sprake van een functioneringsprobleem gerelateerd aan bewegen, dat te beschrijven is aan de hand van de ICF-domeinen.
Voor de beschreven casuïstiek hanteert het NPi de volgende richtlijnen:
- Iedere casus weerspiegelt een persoonlijke situatie (naam, leeftijd, persoonlijke achtergrond en levensgeschiedenis).
- Er wordt beschreven in welke setting en hoedanigheid de ontmoeting plaatsvindt (vooraf-gegevens over de verwijzing, plaats van de ontmoeting en de reden voor contact).
- Ook kan de indruk die een cliënt op de therapeut maakt worden verwoord. Deze kan meetbare, maar ook niet meetbare elementen bevatten.
- Indien relevant zijn er persoonlijke gegevens over de mogelijke/ingeschatte belevingswereld van de cliënt beschreven.
- Er is een duidelijke vraag om hulp van een cliënt, de omgeving van de cliënt of een verwijzend specialist beschreven.
- Er zijn zowel biomedische gegevens (symptomen, fysiologische parameters en/of pathologische kenmerken) als persoonlijke/narratieve gegevens (over de gedachtewereld van de cliënt in relatie tot zijn of haar gezondheidsprobleem en indien relevant uit de directe omgeving van de cliënt) beschikbaar.