Belangstelling
Themagebied: Sportgezondheidszorg
Doelgroepen: fysiotherapeuten / oefentherapeuten / sportfysiotherapeuten
Werkgebied: Eerste lijn / tweede lijn
Planning nog niet bekend
Aantal deelnemers: Minimaal 24, maximaal 32
Gem. beoordeling:
(8.3/10)
75 beoordelingen
Studiebelasting: 8 uur
Aantal contacturen: 6
Aantal contactdagen: 1
Taal: Nederlands
Verhouding praktijk en theorie: 50/50
Niveau: expert
Cursusnummer: 2305511
Blended learning: Nee
Masterclass: Ja
Toetsing: Nee
Certificaat: Ja

Quotes van cursisten

Echt een hele goede dag. Interessant vertelt, juiste niveau, goede opbouw, goede interactie, no-nonsens. Gewoon top dus.

Leuke cursus met kundige docenten.

Goede en duidelijke cursus, goede afwisseling tussen theorie en praktijk. Zeer tevreden over de sprekers.

Programma en informatie voor deelnemers

Als deelnemer krijg je toegang tot de besloten website www.npicursus.nl.
Op deze site tref je alle extra informatie aan zoals bijvoorbeeld het programma, eventuele voorbereiding en andere relevante informatie.

Kosten

250,- (met NPi-kortingskaart) respectievelijk € 275,- inclusief verzorging en cursusmateriaal (Prijspeil 2023)

Locatie

Accreditatie

Deze scholing is geaccrediteerd voor: Basisregister Algemeen fysiotherapeut (Kwaliteitshuis - KRF en SKF) / Oefentherapeut (coulance regeling) / Deelregister Sportfysiotherapeut (NVFS) met 6 punten.

Voor oefentherapeuten geldt de ‘coulance regeling’.

Doel

Na deze masterclass kan de deelnemer:

  • het klachtenpatroon en het klinisch beeld van een patiënt met tendinopathiëeen van de patella- en achillespees herkennen;
  • op methodische wijze een anamnestisch gesprek voeren;
  • alle facetten van een adequaat lichamelijk onderzoek uitvoeren;
  • de huidige evidentie voor behandeling van peesklachten beschrijven;
  • voor een patiënt een individueel evidence based behandelplan opstellen en uitvoeren;
  • het behandelbeleid afstemmen met andere medische en paramedisch hulpverleners.

Subdoelen

Basale fysiologie en pathologie van de pees

  • de hiërarchische opbouw van een gezonde pees beschrijven;
  • minstens 3 histopathologische kenmerken van tendinopathie beschrijven;
  • beschrijven welke inflammatoire markers een rol spelen bij tendinopathie;
  • op patiënten niveau de pathofysiologie van peesblessures uitleggen.

Risicofactoren preventiestrategieën tendinopathie

  • minstens 3 modificeerbare en niet-modificeerbare risicofactoren voor achilles tendinopathie noemen;
  • vanuit het keten denken risicofactoren voor patella tendinopathie uitleggen;
  • de effectiviteit van primaire preventie strategieën voor sporters met achilles- en patella-tendinopathie beschrijven.

Diagnose en beeldvorming van tendinopathie

  • de klinische kenmerken van frequent voorkomende tendinopathiëeen benoemen;
  • een differentiaal diagnose opstellen van een sporter met achillespeesklachten en anterieure knieklachten;
  • onderbouwen wanneer beeldvorming aanvullende waarde heeft voor de patiënt;
  • op patiënt niveau uitleggen wat de relatie is tussen weefselstructuur op beeldvorming en pijn en herstel van de patiënt.

Natuurlijk beloop en prognose van tendinopathie

  • het natuurlijk beloop van achilles tendinopathie beschrijven;
  • factoren benoemen die invloed hebben op het natuurlijk beloop;
  • de lange termijn prognose weer te geven van achilles tendinopathie.

Praktijk pees- en krachttraining

  • op methodische wijze concentrische, statische en excentrische oefenvormen aanleren en zelf uitvoeren.

Evidence voor passieve modaliteiten

  • minstens 5 aanvullende passieve behandelingen opnoemen voor patella tendinopathie en achilles tendinopathie;
  • de evidence voor deze passieve modaliteiten beschrijven;
  • een goede afweging maken tussen voordelen en nadelen van een passieve behandeling;
  • de indicaties voor chirurgisch ingrijpen beschrijven.

Beschrijving

Het NPi organiseert geregeld zgn. 'masterclasses'. Onder een masterclass verstaan we: een scholingsactiviteit, gegeven door een (inter-)nationaal gerenommeerde expert, die qua inhoud vernieuwend is voor paramedici die zich in een bepaalde richting hebben gespecialiseerd, en waarvoor een duidelijk omschreven ingangsniveau geldt. Deze masterclass richt zich specifiek op fysiotherapeuten die een masteropleiding sportfysiotherapie of manuele therapie volgen of hebben afgerond en fysiotherapeuten die 1 of meerdere gerelateerde cursussen uit de leerlijnen sportgezondheidszorg en/of musculoskeletaal hebben gevolgd.

Peesblessures komen vaak voor bij sporters en actieve mensen. Maar ook inactieve mensen kunnen er last van hebben. Peesblessures van de onderste ledematen (bijvoorbeeld Achillespees of kniepees) komen heel vaak voor. Kenmerkend aan peesblessures is het geleidelijke ontstaan in korte tijd en de lange duur van de klachten. Sporters met deze peesblessures bezoeken vaak verschillende behandelaars om duidelijkheid te krijgen over de diagnose en beste behandelingen. Dit is vaak verwarrend en een verkeerd verwachtingspatroon in dit traject kan tot frustratie leiden.

In 2017 heeft sportarts dr. Robert-Jan de Vos besloten om de Academische Peespoli te starten op de afdeling orthopedie van het Erasmus MC. Robert-Jan heeft veel ervaring met het herkennen en behandelen van peesblessures. Bovendien doet hij sinds meer dan 10 jaar wetenschappelijk onderzoek op dit gebied en heeft hij dus kennis van innovatieve behandelingen. Deze Academische Peespoli is gericht op peesblessures van de onderste ledematen. Hij werkt daarbij nauw samen met collega sportarts dr. Adam Weir en de orthopedisch chirurgen met expertise op dit gebied. Hij heeft als missie om (in Nederland) optimale zorg en behandeling te organiseren voor mensen met peesblessures.

In deze masterclass komen de volgende 6 onderdelen aan bod:

Onderdeel 1: basale fysiologie en pathologie van de pees
Peesblessures zorgen voor langdurige uitval bij sporters en zijn daardoor een belangrijk probleem. Om de theorie achter behandelingen goed te kunnen begrijpen, is het van belang om te weten hoe gezond en afwijkend peesweefsel is opgebouwd. In gezond peesweefsel zijn er langgerekte platte cellen (tenocyten) aanwezig, waarbij er een parallel gerangschikte oriëntatie is van de peesvezels als belangrijkste component van de extracellulaire matrix. In het geval van een peesblessure (tendinopathie) is er sprake van desorganisatie van de peesvezelstructuur en zijn de cellen ronder van vorm met gebieden van hyper- en hypocellulariteit. Daarnaast is er discussie over de aanwezigheid van inflammatoire markers.
Het begrijpen van deze weefsel veranderingen is niet alleen van belang voor het juist toepassen van behandelingen en nieuwe ontwikkeling daarvan. Een ander doel is namelijk om aan een patiënt uit te kunnen leggen wat er aan de hand is bij een peesblessure.

Onderdeel 2: risicofactoren preventie strategieën tendinopathie
Het ontstaan van tendinopathie wordt in de algemene dagelijkse praktijk frequent gerelateerd aan veroudering en overbelasting. Daarnaast worden biomechanische factoren, genetische factoren, specifieke gezondheidsproblemen, medicatie gebruik en afwijkingen op beeldvorming geassocieerd met het ontstaan van achilles tendinopathie. Kennis van risicofactoren is van belang, omdat het de basis kan vormen voor interventies.
Primaire preventie heeft als doel een eerste ziekte-episode te voorkomen en dit is met name in de sportwereld een belangrijk onderwerp. Door in specifieke populaties met een hoog risico op tendinopathie primaire preventie toe te passen, kan de incidentie van de aandoening mogelijk worden verlaagd. Preventieve interventie strategieën kunnen met name in de sporterspopulatie goed worden ingezet.

Onderdeel 3: diagnose en beeldvorming van tendinopathie
Het is voor iedere blessure van belang om een gerichte diagnose te stellen. Tendinopathie is een klinische diagnose die wordt gesteld bij lokale belasting-afhankelijke pijn. Dit klinkt heel eenvoudig en voor sommige locaties is dit ook eenvoudig. Voor andere locaties kan het echter een uitdaging zijn om de juiste diagnose te stellen en moet rekening worden gehouden met een bredere differentiaal diagnose. De rol van beeldvorming zal hierin ook worden belicht. Dit zal niet alleen vanuit een theoretisch, maar ook een praktisch perspectief worden uitgelegd.

Onderdeel 4: natuurlijk beloop en prognose van tendinopathie
Als behandelaar is er altijd een sterke neiging om een patiënt een behandeling te bieden. Toch kan bij sommige blessures het juist zinvol zijn om een ‘wait and see’ beleid te voeren of het is zinvol om kennis te hebben van het natuurlijk beloop om een behandeleffect op waarde te kunnen schatten. Daarnaast is het van belang om in te kunnen schatten welke factoren invloed kunnen hebben op dit natuurlijk beloop. Is het bij een subgroep patiënten verdedigbaar om eerder in te grijpen omdat niet behandelen leidt tot chroniciteit van de klachten? Daarnaast zullen patiënten vaak vragen naar de verwachting op lange termijn. De vraag is of ze dan nog normaal kunnen functioneren en hun sport kunnen beoefenen zonder pijn.

Onderdeel 5: praktijk pees- en krachttraining (krachttrainingsruimte)
Diverse concentrische, statische en excentrische oefentherapeutische behandelvormen worden in de praktijk gedemonstreerd en geoefend.

Onderdeel 6: evidence voor passieve modaliteiten
Niet iedere sporter met een tendinopathie zal altijd goed reageren op de initiële conservatieve behandeling die als hoeksteen wordt beschouwd. De vraag die dan aan de behandelaar zal worden voorgelegd is of er aanvullende behandelingen zijn die kunnen werken. In de praktijk wordt frequent gebruik gemaakt van passieve modaliteiten, zoals ESWT, PNE en verschillende injectie therapieën. Ook kan een operatieve ingreep worden overwogen. Als fysiotherapeut is het van belang om de evidence te kennen van het effect van deze behandelingen. Daarnaast is het van meerwaarde om kennis te hebben van de indicaties tot operatief ingrijpen.

Deze masterclass wordt door twee docenten gegeven die graag hun in de afgelopen jaren opgebouwde kennis en expertise in de Academische Peespoli van het Erasmus MC delen met de deelnemers.

  • dr. Robert-Jan de Vos, sportarts, wetenschappelijk onderzoeker Erasmus MC Universitair Medisch Centrum en clubarts van BVO Excelsior Rotterdam;
  • Edwin Visser MSc, sportfysiotherapeut/manueel therapeut bij Sportgeneeskunde Rotterdam, Scapino Ballet Rotterdam, Watersportverbond (KNWV) en ABN Amro World Tennis Tournament.

Docenten

  • Edwin Visser MSc, sportfysiotherapeut/manueel therapeut
  • dr. Robert-Jan de Vos, sportarts

Cursusleiding

  • dr. Robert-Jan de Vos, sportarts
  • Sandra Sangers, Nederlands Paramedisch Instituut

Didactische werkwijze

Hoor- en responsiecollege, praktijksessies en casuïstiekbesprekingen

Beoordeling door cursisten

Vraag 1: Welke beoordeling geef je de cursus in het algemeen?

Vraag 2: In welke mate beschikte(n) de docent(en)/spreker(s)* over de benodigde vakinhoudelijke kennis en vaardigheden?

Vraag 3: In welke mate is het geleerde toepasbaar in jouw huidige of toekomstige beroeps- en/of functie-uitoefening?

Vraag 4: Hoe luidt jouw oordeel over de organisatie tijdens de scholingsactiviteit (denk aan accommodatie, bereikbaarheid, kwaliteit van opleidingsruimten, hoeveelheid pauze, cursustijden, verzorging etc.)?

Vraag 5: Zou je het volgen van deze scholingsactiviteit aanbevelen aan collega's?

Je contactpersonen bij het NPi

Voor administratieve en algemene vragen:

vanessa-floor Vanessa Floor
e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
telefoon: 06 82 14 07 72
(bereikbaar ma.ochtend en di.ochtend vanaf 09.30 uur en donderdagmiddag)

Voor inhoudelijke vragen:

sandra-sangers Sandra Sangers
e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
telefoon: 06 54 29 58 19