Invulling was a.d.h.v. de input van de deelnemers en dat was erg prettig en werkte heel goed.
Dit is voor mij de beste cursus waar ik aan heb deelgenomen. Een organisatorisch strakke cursus gegeven door docenten die boven de stof staan met een prettige interactieve manier van lesgeven.
De inhoud van de cursus vond ik goed en heb zeker inspiratie mee gekregen om zelf aan de slag te kunnen. KRS pas ik nu meer toe met goede resultaten in de praktijk. Bedankt.
Als deelnemer krijg je toegang tot de besloten website www.npicursus.nl.
Op deze site tref je alle extra informatie aan zoals bijvoorbeeld het programma, eventuele voorbereiding en andere relevante informatie.
€ 630,- (met NPi-kortingskaart) respectievelijk € 690,- inclusief verzorging en cursusmateriaal
Deze scholing is geaccrediteerd voor: Basisregister Algemeen fysiotherapeut (Kwaliteitshuis - KRF en SKF) / Oefentherapeut (coulance regeling) / Deelregister Sportfysiotherapeut (NVFS) met 19 punten.
Uitleg coulance regeling voor oefentherapeuten.
Voor het volgen van deze cursus is voldoende inspanningsfysiologische basiskennis nodig. Je kunt deze vergaren door de NPi-cursus ‘Inspanningsfysiologie en oefentherapie' te volgen of hoofdstukken 1 t/m 3 en 7 t/m 14 uit de derde druk van het onderstaande boek grondig te bestuderen.
Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training
G.M. van der Poel, M.W.A. Jongert, J.J. de Morree
Derde, herziene druk, 2019
Uitgever: Bohn Stafleu van Loghum
ISBN 978 90 368 2256 5
Na deel 1 kan de deelnemer de generieke delen van een beweegprogramma voor mensen met een chronische aandoening invullen.
Na deel 1 kan de deelnemer:
Regelmatig bewegen heeft een gunstig effect op de algemene gezondheidstoestand. Lichaamsbeweging verlaagt de kans op hart- en vaatziekten, osteoporose, Diabetes Mellitus (type 2), dikke darmkanker, angst en depressie. Lichamelijke activiteit heeft een directe en een indirecte invloed op de kans op hart- en vaatziekten, en kan een gunstig effect hebben op bloeddruk, lichaamsgewicht en het profiel van vetten in het bloed. Het is echter gebleken dat een te klein deel van de Nederlandse bevolking voldoende lichamelijk actief is. Bij mensen met een chronische aandoening is dit aantal nog groter. Hierbij komt dat zij grotere gezondheidsrisico's lopen.
De rol van de fysiotherapeut
In de komende tijd zal preventief bewegen een belangrijke rol gaan spelen in de gezondheidszorg. Op het terrein van de preventie zijn meerdere disciplines actief. Het is daarom belangrijk dat de fysiotherapeut zich goed positioneert. De kracht van de fysiotherapeut ligt vooral in het aanbieden van een programma gericht op het structureel veranderen van het beweeggedrag van mensen. De fysiotherapeut onderscheidt zich doordat hij/zij gespecialiseerd is in het begeleiden van mensen met een verminderde belastbaarheid van het bewegingsapparaat, van chronisch zieken en van ouderen.
Daarnaast is ook denkbaar dat de fysiotherapeut een coördinerende rol op zich neemt. In een intake kan de fysiotherapeut vaststellen welke mensen in aanmerking komen voor reguliere sport- en bewegingsactiviteiten, welke mensen aangepaste vormen van bewegen nodig hebben en voor welke mensen fysiotherapeutische begeleiding of therapie vereist is.
Beweegprogramma's voor mensen met chronische aandoeningen
In samenwerking met diverse onderzoeksinstituten en TNO Kwaliteit van leven heeft het KNGF een negental beweegprogramma's ontwikkeld voor mensen met een chronische aandoening. Doelstelling van deze programma's is bewegingsstimulering. Het beweegprogramma richt zich naast bewegingsstimulering op het bevorderen van een actieve leefstijl. Kortom een programma dat zich positioneert als een lifestyle-interventie. Om het beweeggedrag van mensen te veranderen moet aansluiting worden gezocht bij de stadia die in gedrag van mensen kunnen worden onderscheiden. Ieder stadium kent zijn specifieke informatiebehoefte en deze staat los van test- of trainingsresultaten. Om goed op deze stadia in gedrag te kunnen aansluiten moet maatwerk in de informatievoorziening geleverd worden.
Opzet van het onderwijs
Deel 1 bestaat uit 5 dagdelen. In deel 1 komen de onderwerpen ziekte, gezondheid, gedrag en gedragsverandering aan de orde. Daarnaast worden de algemene aspecten van de intakeprocedure en de benodigde inspanningsfysiologie en trainingsleer gekoppeld aan de opzet en uitvoering van een beweegprogramma.
Per doelgroep wordt er een twee- of driedaagse vervolgmoduul georganiseerd waarin de consequenties van de ziekte/aandoening voor de intake en de trainbaarheid worden belicht. Daarnaast wordt op basis van casuïstiek, en daar waar mogelijk met echte patiënten, de opzet en praktische uitvoering van het beweegprogramma geoefend.
De volgende 6 modulen binnen deel 2 zijn reeds ontwikkeld:
Thuisstudie, hoorcollege, responscollege en practica
Vraag 1: Welke beoordeling geef je de cursus in het algemeen?
Vraag 2: In welke mate beschikte(n) de docent(en)/spreker(s)* over de benodigde vakinhoudelijke kennis en vaardigheden?
Vraag 3: In welke mate is het geleerde toepasbaar in jouw huidige of toekomstige beroeps- en/of functie-uitoefening?
Vraag 4: Hoe luidt jouw oordeel over de organisatie tijdens de scholingsactiviteit (denk aan accommodatie, bereikbaarheid, kwaliteit van opleidingsruimten, hoeveelheid pauze, cursustijden, verzorging etc.)?
Vraag 5: Zou je het volgen van deze scholingsactiviteit aanbevelen aan collega's?
Marjan van Keeken
e-mail:
telefoon: 06 82 84 50 81
Bereikbaar dinsdag t/m donderdag 9.00 uur tot 16.30 uur en vrijdag van 13.00 uur tot 16.30 uur
Sandra Sangers
e-mail:
telefoon: 06 54 29 58 19