Als deelnemer krijg je toegang tot de besloten website www.npicursus.nl.
Op deze site tref je alle extra informatie aan zoals bijvoorbeeld het programma, eventuele voorbereiding en andere relevante informatie.
Vrijdag 21 maart 2025
€ 275,- (met NPi-kortingskaart) respectievelijk € 305,- inclusief verzorging en cursusmateriaal
Deze scholing is geaccrediteerd voor: Basisregister Algemeen fysiotherapeut (Kwaliteitshuis - KRF en SKF) met 6 punten.
Na deze cursus ben je in staat om bij patiënten met musculoskeletale pijnklachten zowel lokale als regionale pijnsyndromen te herkennen en de daarvoor geëigende fascie-gerichte therapeutische interventies te bepalen.
Fysiotherapie boogt op een rijke traditie van therapeutische modaliteiten en methodieken die gebaseerd zijn op theorieën over fascia. In de laatste decennia is een tendens binnen de fysiotherapie waarneembaar waarbij er nog weinig ruimte is voor dergelijke therapeutische modaliteiten. De focus is meer komen te liggen op de psychosociale dimensie en er is minder aandacht geweest voor de fysieke dimensie van menselijk functioneren. Soms is deze zelfs volledig op de achtergrond geraakt. Het is wezenlijk om beide dimensies met elkaar te blijven verbinden en een holistisch fundament te hanteren om patiënten met musculoskeletale pijn goed te kunnen begrijpen.
Fascia als communicerend systeem
Het is nu juist een interessant gegeven dat de menselijke fascia wordt beschouwd als een holistisch communicerend systeem. In de fascia weerspiegelt zich de menselijke psychofysiologie. De fascia is een biologisch zeer dynamisch en adaptief orgaan dat alle andere organen met elkaar verbindt. Anatomisch zijn in de fascia verschillende lagen te onderscheiden. De fascia is belangrijk bij mechanische krachtenverdeling (tensional integrity - ‘tensegrity’), maar ook bij interoceptieve processen in het belang van homeostaseregulatie. Door z’n innervatorische eigenschappen is de fascia pijngevoelig en draagt bij aan motorische en autonome reflexen. De fascia is een trofisch medium dat onder controle staat van het orthosympathische zenuwstelsel.
Moderne anatomische modellen
In de afgelopen 20 jaar heeft het denken in fascia in de anatomie veel terrein gewonnen. Dit denken is aanvullend op het klassieke anatomische denken, dat uitgaat van separate anatomie (huid, spieren, botten en gewichten). Auteurs als Jean-Claude Guimberteau en Carla Stecco hebben het fascia-denken stevig op de kaart gezet. Vanuit het vernieuwende inzicht is door onder andere David Butler, Leon Chaitow en Robert Schleip een praktische vertaalslag gemaakt naar de fysiotherapie. Fasciale dysfuncties zijn in dit praktijk-denken een centraal begrip, waarbij onderscheid gemaakt wordt in lokale, regionale en globale dysfuncties. Zij laten zien dat fysiotherapie de fascia als belangrijk aangrijpingspunt kan nemen in de behandeling van patiënten met musculoskeletale pijnklachten met een integratie van ‘hands-on’ en ‘hands-off’ strategieën.
Fasciale disfuncties
Reeds in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw is door Irvin Korr het theoretisch concept ontwikkeld van het gefaciliteerde segment. Vanuit dit concept konden klachtenpatronen van patiënten met wervelkolom-gerelateerde pijnklachten worden begrepen. Pijn, pijngevoeligheid, motorische en trofische dysfuncties werden verklaard als gevolg van toegenomen spinosegmentale reflexactiviteiten. De ontregelende invloed op de weefseldoorbloeding door het orthosympathische zenuwstelsel had hierin een belangrijke plaats. Het theoretisch concept groeide uit tot een onderscheid in lokale en segmentale dysfuncties. Het begrip autonome dysregulatie is door Wilfrid Jänig verder uitgewerkt. De gevolgen van de segmentale dysregulaties manifesteerden zich in fascielagen binnen het ontregelde segment – de segmentale stoornis: pijnlijke dysfuncties en verstoringen in de visco-elasticiteit van bindweefsel. Dit concept bood een verklaring voor de diagnostische waarnemingen bij patiënten met aanhoudende pijnklachten. Alhoewel het geen volledig sluitende wetenschappelijke onderbouwing heeft, zijn deelhypothesen voldoende evident. Persoonlijk-emotionele ontregelingen met disfunctioneren van pijnmodulerende systemen tot gevolg hebben negatieve consequenties voor de eigenschappen van de fascia.
In deze cursus wordt de fascia besproken in het perspectief van patiënten met musculoskeletale pijn – wat is fascia en wat zijn fasciale dysfuncties? Praktische implicaties hiervan voor fysiotherapeutische diagnostiek en therapeutische modaliteiten worden belicht en gedemonstreerd. Dit denken heeft verstrekkende consequenties voor de behandeling van patiënten met aspecifieke pijn, voor oefenen, massage en mobiliseren.
Hoor- en responsiecollege, casuïstiek, demonstratie, workshop
Vraag 1: Welke beoordeling geef je de cursus in het algemeen?
Vraag 2: In welke mate beschikte(n) de docent(en)/spreker(s)* over de benodigde vakinhoudelijke kennis en vaardigheden?
Vraag 3: In welke mate is het geleerde toepasbaar in jouw huidige of toekomstige beroeps- en/of functie-uitoefening?
Vraag 4: Hoe luidt jouw oordeel over de organisatie tijdens de scholingsactiviteit (denk aan accommodatie, bereikbaarheid, kwaliteit van opleidingsruimten, hoeveelheid pauze, cursustijden, verzorging etc.)?
Vraag 5: Zou je het volgen van deze scholingsactiviteit aanbevelen aan collega's?
Vera van Opstal-Verbruggen
e-mail:
telefoon: 06 82 14 86 45
(bereikbaar ma.middag en dinsdag t/m vrijdagochtend)
Michael Schermer
e-mail:
telefoon: 06 15 87 16 73